De historie van brandweer Kruisland
Een artikel van Stasja Verbeek, voor BN de Stem van 10-09-2003
Een geschiedenis die bijna twee eeuwen teruggaat.
We schrijven 1822. Vermoedelijk in dat jaar krijgt het kerkdorp een afgedankte Steenbergse handspuit die, samen met dertig brand-emmers, een plaatsje onder de toren van de hervormde kerk krijgt. In 1850 bestaat de inventaris naast de brandspuit met leren en linnen darmen verder uit een koperen leut, een koperen buis, vier lantaarns en de dertig brandemmers. Weer wat later, in 1871, krijgt Kruisland een andere brandspuit. Per schip wordt deze vanuit Rotterdam verzonden en in het dorp uitgetest.
De Kruislandse brandweerlieden bestrijden dus al in het grootste gedeelte van de negentiende eeuw de branden in hun dorp. In 1886 bijvoorbeeld, als in de middag van 4 oktober ten huize van de landbouwer A. nabij 'het Haantje' brand uitbreekt. De schuur en de oogst die er in is opgeslagen en het wagenhuis vallen ten prooi aan de vlammen.
"Maar dankzij de ijverige pogingen der Kruislandsche brandweer bleef het woonhuis behouden", valt in de overleveringen te lezen. Rond de eeuwwisseling beschikt de brandweer over één brandspuit, die met een paard naar de plek des onheils wordt vervoerd.
De eerste brandweerwagen, een Chevrolet met motorspuit (een Engelse Dennis), komt in 1952, gevolgd door een Mercedes in 1972. De laatste nieuwe wagen wordt in 1995 in gebruik genomen. Het is een DAF, die zelf 1500 liter water meeneemt en voorzien is van hoge druk.
De chevrolet, door oud-brandweerlieden ook wel 'comedy capers' genoemd, doet dienst in de tijd dat een pyromaan Kruisland en omstreken in de angstgreep hield. Het begint in december 1966 met enkele in brand gestoken teervaten aan de Afgeslechte Dijk in Steenbergen, een week later gevolgd door een stroklamp, gelegen aan dezelfde weg. In de nacht van 29 op 30 december brandt de eerste landbouwschuur af, de schuur van Kardux aan de Afgeslechte Dijk in Steenbergen. Op 14 januari 1967 moet de stroklamp van J. Geers aan de Krommeweg in Steenbergen eraan geloven.
Op 21 januari van dat jaar moet de Kruislandse brandweer in actie komen als de landbouwschuur van A. van der Heijden, gelegen bij de woning van mejuffrouw A. de Blaay aan de Langeweg in Kruisland afbrandt. "Het brandweerpak lag in die tijd elke nacht klaar naast het bed", vertelt oud-brandweerman Jac. van der Velden, die maar liefst 41 jaar dienst deed bij de Kruislandse brandweer.
In de nacht van 5 op 6 februari verleent de brandweer van het kerkdorp assistentie bij de bestrijding van de brand in de schuur van de familie van der Vorst aan de Kruislandsedijk. Hier ging voornamelijk stro verloren. Op 18 maart wordt brand gesticht in de schuur van pachtboerderij de Blauwe Sluis aan de Kruislandsedijk. In de enorme schuur staan in een brandvrij gemaakt gedeelte zestien stuks vee. Als de brandweer arriveert, overstemt het angstige geloei van de beesten het geknetter van de vlammen. Alle toegangspoorten tot de schuur blijken te zijn gesloten. Alleen een klein deurtje blijkt opengebroken te zijn, vermoedelijk door de pyromaan. Een verzengende vuurzee, aangewakkerd door een stormachtige wind, belet de brandweer door te dringen tot de plaats waar het vee zijn doodsstrijd voert. De beesten komen niet in de vlammen om, maar stikken door de enorme rookontwikkeling. Partijen hooi, stro en veevoer, werktuigen en gereedschappen vallen ten prooi aan de vlammen. Van de kapitale schuur blijven slechts vier muren overeind staan.
Angst
De angst onder de bevolking is groot. Boeren in Steenbergen en Kruisland durven 's avonds het erf niet meer af en hun vrouwen niet alleen te blijven. Omdat de pyromaan in het weekend toeslaat, bestaat de Heilige Mis op zaterdagavond voor velen niet meer, ze wachten liever de zondagmorgen af.
Twee weken nadat de schuur van de Blauwe Sluis afbrandt, vat de landbouwloods van W. Nouwen aan de Roosendaalseweg vlam. Negen kalveren komen om. Van de schuur vol hooi en stro, waarin ook een landbouwwagen en wat klein gerief staan, blijft niets over.
Op 5 april loven drie verzekeringsmaatschappijen, de NCB in Tilburg, de Brandwaarborgmaatschappij van 1850 en 1859 in Den Haag en de Zwolse Onderlinge Boerenbrandwaarborgmaatschappij een premie van 2000 gulden uit voor de opsporing van de pyromaan. In september 1967 sticht de dader uiteindelijk zijn laatste brand, weer in een stroklamp van J. Geers aan de Krommeweg. Hierna wordt hij gepakt. Het blijkt om een 23-jarige man uit Steenbergen te gaan.
Gemoederen
"Zonder de Kruislandse brandweer zou er toen veel meer afgebrand zijn", stelt oud-brandweerman Jan van Gastel, die 34 jaar vrijwillig diende. "Omliggende panden zouden zeker ook in vlammen opgegaan zijn."
De gemoederen lopen hoog op bij de oud-brandweerlieden als het gaat om de dreigende sluiting van de post in Kruisland. "Een eigen brandweer heeft altijd een bepaalde voorsprong. Je kent het verzorgingsgebied en je weet bluswater direct te vinden", zegt Van Gastel. "Daarbij is de sociale taak van de brandweer heel belangrijk", vertelt Leo de Groen, die 28 jaar lid was van de vrijwillige brandweer, "mensen kennen je en vertrouwen je. In het geval van de brand bij Nouwen bijvoorbeeld, wilde de boer een fotograaf aanvliegen. Wij, als bekenden, slaagden erin om hem kalmeren."
De Groen geeft nog een voorbeeld van de sociale functie van de brandweer: Adriana de Blaay zat na de door de pyromaan gestichte brand zonder drinkwater, omdat er bluswater in de put terecht was gekomen. Daar hebben we de dag na de brand de waterput leeg gepompt en voorzien van nieuw drinkwater."
Van der Velden: "De brandweer is duidelijk in de loop der jaren, van generatie op generatie, opgebouwd." Jac zelf is daar overigens een goed voorbeeld van. Zijn vader Sander van der Velden maakte 40 jaar deel uit van het bluskorps, hijzelf 41 jaar en zijn zoon Corné sinds 1985. Laatstgenoemde is daarnaast sinds januari van dit jaar postcommandant. Samen met de rest van de dorp spookt bij hen op dit moment één allesoverheersende vraag door het hoofd: Moet hier een eind aan komen?
Dit artikel is tot stand gekomen met medewerking van: Con Slokkers, heemkundekring De Klepperman: m.n. J. v.d. Bergh, en oud-brandweerlieden M. Weijers, J. Maas, J. Baselier, L. de Groen, J. van Gastel, J. van Loon en J. van der Velden.